MOBIELE FRITUUR VOOR ALLE GELEGENHEDEN

Cross & Kermis

Communie & Fuif

Open Deur & Schoolfeesten

E: info@snacks-bude.be

G: 0475/74.34.76


Iedereen lust wel een hapje.
Bij Ieder feestje, bij elke gelegenheid staan wij voor u klaar om de nodige hapjes te bereiden.
Mobiele Frituren voor alle Gelegenheden
Plaats, tijdstip, keuze en hoeveelheid van de gerechten. Alles kan afgesproken worden. Wim en familie zullen alle magen van het gezelschap met veel plezier vullen.




FRITUUR 1, 2 & 3

Hamburgers

Braadworst

Pizza

Frietjes

IJSKAR

Bolletjes-ijs Chocolade Aardbeien

Bolletjes-ijs Vanille Pistache

Stukgoed Cornets Potjes Magnum ...

Stukgoed Friscos Waterijs ...

DRANKKIOSK

Frisdranken

Bieren

Redbull

Jenevers


Snacks-Budé
Knokbosstraat 15
8540 Deerlijk
Belgie

Tel: 056/77.59.91
Fax: 056/77.59.91
GSM: 0475/74.34.76 & 0475/74.34.74

Kontakt
Wim Buyck
Sophie Bourgeois
Info@snacks-bude.be

BTW:
BE 770.107.249

Bureel uren:
Weekdagen   8 - 20u
Zaterdagen    8 - 12u

Telefonisch  bereikbaar

 

 

Info
Hebt u vragen? Stel ze gerust via Info@snacks-bude.be


Frietverkoop in West-Vlaanderen

 

 

 

Over de verkoop van frieten in het openbaar is ons meer bekend dan over de herkomst ervan.

 

In het Brugse verwijzen ze naar de eerste mobiele frituur rond 1890.

Deze bestond uit een "kortewagen" (kruiwagen) met een brandend komfoor en daarop een frietpot.

De frieten werden terplaatse gesneden en gebakken naargelang de vraag.

een portie frietjes kostte "nen dikken" (10 cent). De uitbater en frietleurder, "Sissen Pattyn" bouwde later een steekkar om tot een heus kraampje dat voorzien was van een deur en een afdak tegen de nattigheid.

Volgens de behoefte verhuisde Sissen Pattyn van de markt naar het station, de ideale plaatsen voor zijn friethandeltje.

 

Zo hebben de mobiele frituren vooral in de steden hun opgang gemaakt.

 

Te Izegem was het "Martha Roselle"(uit de Krekelstraat) die met rode- kar-en-paard, de heerlijkste frieten van de streek produceerde. De traditie werd later voortgezet door zoon Etienne (Tienne Roselle), in een moderne frituur weliswaar, doch zonder afbreuk te doen aan de kwaliteit van de aangeboden friet. (die voor mij nog steeds de beste frieten zijn die ik ooit heb gegeten...... maar misschien speelt jeugdsentiment hier wel een rol?)

 

In het "houtland" was het Henry Aspenslach die in de jaren veertig te Torhout een primitief frituurke op wielen startte.

Nu zijn frieten op elke plaats en op om het even welk tijdschip van de dag verkrijgbaar.

Destijds was de frietverkoop allen op zondag, meestal gerund door mensen die na een volle week arbeid nog een extraatje bijverdienden voor hun gezin.

 

Op de uitgangsdag van de werkman, waarbij men een cinemabezoek de hoofdbrok vormde, was het niet denkbaar de zondag af te sluiten zonder een zakje frieten.

Henry Aspenslach had dan een omzet van 50 à 100 kg aardappelen en onder de frietpot werd gestookt met kolen, later met butaangas.

Als bijhorigheid op het puntzakje kwam niet veel te pas.

Alleen is bekend dat de Engelse soldaten nogal verzot waren op overvloedig zout en vooral azijn, die ze rijkelijk over hun frieten uitstrooiden.

Dit gaf de aanleiding tot de verkoop van "pickles".

Trouwens een Engelse uitvinding en een dankbare combinatie die het azijngebruik in de vergeethoek duwde.

Waar men in steden standgeld voor de frituurkes moest betalen, had Henry Aspenslach daar ook wel weet van, maar omzeilde de bijdrage door de plaatselijke agent van dienst regelmatig een gratis portie frieten aan te bieden.

Zo verging dat indertijd.

 

Bij de pickles volgde later de zelfgemaakte mayonaise.

Voor een portie frieten betaalde men toen 5 franc.

Voor een grote zak frieten (laat ons zeggen: op maat van een kinderhoofd) moest men 10 franc neertellen.

Toen er nog een gelijkaardige frituur op de markt bijkwam, vulde Henry zijn handeltje aan met pistolets met hesp.

 

Of "frietenwetenschap" eigenlijk bestaat, moet men vragen aan onze "frituristen", een troetelnaam bedacht door de frietaanbidders van het eerste uur.

een goede friet begint met een bloemaardappel van uitstekende kwaliteit, herkenbaar als men die in volle lengte doormidden snijdt en de twee helften aan elkaar blijven kleven.

Een tweede vereiste is het frituurvet, met algemeenheid van stemmen opteert men voor het osse- of rundsvet.

Dit vet bezit de eigenschap beter bestand te zijn tegen verbranding en men kan het ook langer gebruiken.

Na de 2de wereldoorlog werd in bepaalde frituren paardenvet aangewend dat vooral goedkoper was, een eigenaardige geur verspreidde, maar uiteindelijk toch geen zo'n goede frieten produceerde als bij het runds- en ossenvet.

 

Onze frituurbakkers beschikken ook nog over plantaardige vetten en olieën, maar die kosten over het algemeen veel duurder, zijn niet zo economisch en vooral: de verbrandingsgraad ligt veel lager.

 

In de friethandel komt er nogal wat rekenwerk bij te pas: bij een goedverkopende frituur kan de dagelijkse verversing tot 1.000 bfr oplopen; 1 kg ongeschilde aardappelen leveren maar 450 gr frietjes op; dan moeten we ook nog rekening houden met het dure standgeld, de plasticbakjes en vorkjes, de B.T.W.......Een zaakje dat goed gesmeerd loopt, niet alleen door het vet, maar ook door harde arbeid en een pak ervaring.

 

Dat het friet eten niet altijd in dank werd afgenomen, blijkt uit geschriften van enkele dichters, die niet alleen de frietmanie op de korrel namen, maar ook hun anti-friet niet onder stoelen of banken staken:

"Het publiek dat de patates-frites tot zich neemt,

 is een vreemd en weerzinwekkend schouwspel,

het openlijk en vraatzuchtig voederen aan de aardappeltrog,

een domme dienst aan kauwgenot,

een koeachtig, pover eetvermaak.

De starre blik,

de machinaal delvende vingers,

de vette zak en het eindeloos kauwen."

 

Wat we over frieten bakken moeten weten, kunnen we als volgt samenvatten:

De ondervinding heeft ons geleerd dat de met de hand gesneden friet van 1 cm dikte nog altijd het voorbeeld is van, de beroemde Belgische friet.

 

Bovendien bevat een dikke friet minder vet dan de dunne "driesterren"frietjes.

eens de frieten gesneden, laat men even een keukenhanddoek erdoor dansen en plonzen we ze in het frituurvet voor een eerste bakbeurt.

Veel mensen hebben de voorkeur de frieten nog wat in het water te laten vertoeven, maar een te lang waterbad betekent kwaliteitsverlies.

Het is vooral de aardappelbloem die de frieten een mooi goudbruin korstje geeft.

Daarom is het aan te raden de gewassen frieten goed af te drogen met een keukenhanddoek en ze nog wat te laten rusten vooraleer ze in het vet onder te dompelen.

 

Tijdens het bakken, de frieten meermaals met het netje door elkaar schudden.

Na het bakken, de frieten goed laten uitlekken en ze spreiden op een bed van keukenpapier dat het overtollige vet opneemt.

Zo vermindert men het kaloriegehalte van de friet.